Stap 4: De lichtsensoren

Voor het detecteren van de witte objecten op de wand, werd geopteerd voor lichtsensoren. Deze lichtsensoren hebben ook hun eigen schakelingetje nodig om het uitgangssignaal te kunnen verwerken met je PIC.

We kozen voor een gecombineerde lichtsensor, de OPB706a. Deze sensor bevat zowel een zender als een ontvanger. De zender zendt infrarood licht uit, dat weerkaatst (vooral op witte voorwerpen) en zodoende opnieuw wordt opgevangen door de ontvanger. Dit laat toe om te detecteren of er zich een object bevindt voor de Vertigo. Dit signaal sturen we dan door een comparator zodat we niet analoog inlezen, maar een hoog signaal verkrijgen van zodra de lichtsensor iets detecteert. De potentiometer zal je in staat stellen om de referentiespanning van de comparator (LM 393) te regelen en zodoende de gevoeligheid van je sensor in te stellen.

Dit deel van de schakeling maak je best op een klein pcb-bordje, en monteer je dan daar waar je objecten wil detecteren. Dit heeft 2 voordelen: je signaal wordt vlakbij de sensor al deels versterkt en dus heb je minder last van ruis. Bovendien maakt dit je hoofdbord lichter en het wordt dus makkelijker om het netjes te ontwerpen. Een tweede deel van de schakeling vind je dan terug op je pcb-bord. Je verkrijgt momenteel een signaal uit je lichtsensoren dat ofwel 0V ofwel 12V is. De microsprocessor kan echer maximaal 5V aan en dus zal je je signaal moeten verzwakken. Een van de mogelijkheden is een zenerdiode van 4,7V tussen ground en signaalleiding te plaatsen. Deze zener zal doorslaan wanneer de spanning 12V bedraagt en aldus zijn eigen spanning (4,7V) opleggen. Dit spanningsniveau wordt wel goed verdragen door je microprocessor. Voor de zener plaats je nog een weerstand (hier: 270 Ohm) om de stroom naar ground te beperken. Zorg ervoor dat je deze weerstand niet te groot kiest, anders zal de spanning over je zenerdiode gaan zakken.